Het sociaal domein steeds verder in control
maandag 7 mei 2018Sinds 2015 dragen gemeenten de verantwoordelijkheid voor de taken binnen het sociaal domein. De Wmo-taken werden uitgebreid en de gemeenten kregen meer verplichtingen rondom jeugdzorg, participatie en onderwijs. Voor deze taken kwam extra geld beschikbaar in de vorm van een integratie-uitkering sociaal domein. - Eric Westerhof – trainer bij Segment
Nu, ruim 3 jaar later, kunnen we constateren dat de gemeenten een heel bijzondere prestatie hebben geleverd. Ondanks de zeer korte implementatietijd in 2015, zijn gemeenten goed in staat gebleken om iedereen de zorg te bieden die nodig was. De jaren van transitie liggen achter ons en er is een start gemaakt met het transformeren van de zorg.
Financieel gezien lopen de resultaten tussen de gemeenten nogal uiteen. Waar de integratie-uitkering voor veel gemeenten voldoende is, hebben andere gemeenten zorgen over de hoge uitgaven (veel gemeenten zien forse overschrijdingen binnen de jeugd en een toename in de Wmo). Door een groter wordende bekendheid met cliënten kunnen gemeenten de zorg steeds effectiever (goedkoper) aanbieden. Dit proces zal de komende jaren nog verder zijn beslag (moeten) krijgen.
Rol financials
Tot nu toe is het voor financiële mensen gemakkelijk het sociaal domein te ‘volgen’. Bij de meeste gemeenten wordt de integratie-uitkering volledig beschikbaar gesteld voor de nieuwe taken. Eventuele overschotten of tekorten worden in veel gemeenten verrekend met een speciaal daarvoor gevormde reserve. Behoudens de middelen die horen bij de jeugdzorg i.vm. ‘het nieuwe woonplaatsbeginsel’ en ’beschermd wonen’ binnen de Wmo gaan de middelen van de integratie-uitkering sociaal domein vanaf 2019 over naar het gemeentefonds. Gevolg is dat vanaf 2020 niet meer te herleiden is hoeveel geld het Rijk beschikbaar stelt voor jeugdhulp, Wmo-begeleiding en participatie.
De vraag is of dit erg is. Gemeenten hebben nu ruim 3 jaar ervaring met deze taken. Op andere terreinen wordt de expliciete link tussen taken en geld veelal ook niet gelegd. Wel vraagt het een andere manier van sturing. De zorg (angst) is vaak dat het geld van het sociaal domein gebruikt wordt voor de spreekwoordelijke lantaarnpalen.
Financiële mensen kunnen het college en gemeenteraad helpen in deze nieuwe fase. De komende jaren wordt het de uitdaging om meer te sturen op resultaten, de doelmatigheid van de in te zetten middelen en om de rechtmatige besteding van de middelen zichtbaar te verbeteren.
Financials kunnen hier invulling aan geven door:
- sturen op resultaat: bij het opstellen van de begroting 2019 ligt de uitdaging in het scherper formuleren. Welke doelen streeft de gemeente na, welke activiteiten ontplooit ze om deze doelen te bereiken en wat kost dit. Daarbij kunnen de risico’s (bedreigingen om de doelstelling niet te halen) en de kpi’s (kritische prestatie- indicatoren) bepaald worden om de resultaten van de activiteiten te kunnen monitoren. Het berichtenverkeer en periodieke informatie (aangevuld met historische gegevens) kan het management, het college en de raad helpen. De begroting moet dus niet meer opgesteld worden op basis van de verwachte inkomsten maar op basis van de verwachte uitgaven. De werkelijke kosten van de meest recente jaarrekening aangevuld met reële inschattingen van de uitgaven vormen een goede basis. Het advies is dit al voor 2019 zo in te richten dat de raad comfort wordt geboden. De informatie uit de integratie-uitkering is dan nog voorhanden, waardoor de raad op 2 manieren wordt meegenomen.
- vergroten doelmatigheid: cliënten moeten steeds meer ‘ontschot’ benaderd worden. Dat betekent dat niet meer apart gekeken moet worden naar de hulpvraag vanuit jeugd, participatie of Wmo, maar vanuit het gezichtspunt van de cliënt; wat is nodig om de cliënt te ondersteunen. Hierdoor kunnen financiële middelen efficiënter ingezet worden (doelmatiger) en is het maatschappelijk rendement groter. Financiële mensen kunnen helpen door vergelijkingscijfers tussen de verschillende boekjaren in beeld te brengen. Ook kunnen zij besparingen laten zien op sommige terreinen, als gevolg van de integraal genomen maatregelen. Vergeet tot slot niet afspraken te maken met de raad over de middelen van de bestaande reserve sociaal domein. De financiële adviseurs/controllers kunnen hier het voortouw in nemen.
- verbeteren rechtmatigheid: veel zorgaanbieders zijn er over het jaar 2017 in geslaagd een accountantsverklaring aan te leveren. Niet alle verklaringen waren goedkeurend of tijdig, maar ten opzichte van 2016 hebben de zorgaanbieders een grote verbetering laten zien. Vanuit de vernieuwing BBV valt te verwachten dat het college, in plaats van de accountant, een ‘in-control-statement’ af moet gaan geven m.b.t. de rechtmatigheid. Dit betekent concreet dat gemeenten zelf moeten vaststellen dat voldaan wordt aan wet- en regelgeving maar ook dat de zorg daadwerkelijk geleverd moet worden. In de bedrijfsvoering vraagt dit de nodige aanpassingen. Financiële mensen hebben hierin een belangrijke rol, door o.a. scherp naar de strekking van de accountantsverklaringen van het voorgaande boekjaar te kijken en hierover in gesprek te gaan met de zorgaanbieders om druk te zetten om de bedrijfsvoering te verbeteren. Ook kunnen ze adviseren over het verbeteren van de rechtmatigheid van zorgkosten binnen de eigen gemeente.
Al met al komt er veel op de financial af!
Hulp nodig? Al de genoemde elementen komen uitgebreid terug in de vernieuwde training ‘Sociaal Domein in Control’ die Segment in het najaar weer verzorgt. Tijdens de twee lesdagen zullen praktische tips gegeven worden hoe invulling te geven aan de rol van de financial binnen de bedrijfsvoering (van het sociaal domein).
Natuurlijk kan de training binnen de gemeente -op maat- worden gegeven of behoort individuele of groepcoaching tot de mogelijkheden. (voor informatie: bel 033-4345080)