Omgevingswet en het stuur van de gemeente
donderdag 22 maart 2018Nederland bereidt zich voor op de Omgevingswet. Hoe doen betrokkenen zoals gemeenten, dat? Geert-Jan Put (Lelystad) geeft zijn visie en advocaat omgevingsrecht Claudia Koenen reageert in dit eerste deel van drie artikelen. - Agnes Koerts en Derk van der Laan, verslaggevers BNG Bank
Vraagtekens nog op een aantal punten. Maar ook vooral vertrouwen in wat gemeenten kunnen. Geert-Jan Put, manager regionale samenwerking van Lelystad, kijkt op twee manieren naar de Omgevingswet: 'De wet past in deze tijd en dus is het logisch dat hij er komt. Daarnaast zie ik een hulpmiddel dat aansluit op wat gemeenten als Lelystad al doen.'
Een aantal keren in het gesprek komt hij erop terug: 'De Omgevingswet in de praktijk moet toch meer zijn dan een optelsom van bestaande wetten en regels? Voortaan integraal omgaan met plannen in de fysieke omgeving is een heel waardevol streven. Ik vind het belangrijk dat dit uitgangspunt overeind blijft.
Aanpak van één loket
Toestemming krijgen om iets te bouwen of aan te leggen na één verleende omgevingsvergunning, waarin alle overheidsloketten bij elkaar zijn gebracht. Dat kenmerkt de wet. Put vertelt hoe zo'n één-loketgedachte al een tijdlang is ingevoerd in Lelystad. 'Wie een initiatief neemt voor een ruimtelijk plan meldt dit bij de gemeente. Wij hanteren vervolgens één formulier waarin alle aspecten aan de orde komen. Alle sectoren komen in beeld en zij reageren met de inzet: op welke manieren zou dit voorstel mogelijk zijn? Het 'ja, mits' dus, in plaats van 'nee, tenzij'. Een open houding en de mentaliteit van: belemmeringen samen oplossen. Een snelle aanpak met een duidelijke procedure, al heeft het formulier geen formele status. Voor de indiener en intern wordt ook beslist: wordt dit plan ambtelijk afgehandeld en kan het zo door, of moet het via B&W of naar de Gemeenteraad? Precies de aanpak van het combineren die de Omgevingswet straks ook wil.'
Advies binnen twee weken
Dit Loket Nieuwe Initiatieven kent Lelystad sinds 2014. Complexe voorstellen worden in twee weken op circa veertig aspecten getoetst en met een advies voorgelegd voor besluitvorming. Indieners krijgen snel duidelijkheid over de bereidheid van de gemeente om mee te werken en op welke manier. Is het mogelijk? Is het wenselijk uit publiek belang? Welke uitwerkingen zijn noodzakelijk en wil/moet de gemeente daarin participeren? Ook eventueel kostenverhaal komt aan bod en juridische aspecten. De initiatiefnemer kan reageren na ontvangst van het advies en het ingevulde toetsingsformulier. Het hele pakketje komt op tafel in een stuurgroep, die maandelijks bij elkaar komt.
Lees het volledige artikel op www.bngbank.nl.