Participatie: denk in kansen!
dinsdag 30 januari 2018De invoering van de Omgevingswet is vertraagd en treedt, naar verwachting, in werking in 2021. Overheden kunnen nu dus even achterover leunen en rustig afwachten wat er op hen afkomt. Of niet? - EIFFEL
Participatie is een belangrijk speerpunt van de nieuwe Omgevingswet. Overheden moeten samen met alle belanghebbenden de fysieke leefomgeving beheren, inrichten en een toekomstbestendig beleid opstellen.
Met heldere uitgangspunten en een minimale basis aan regels kun je flexibel inspelen op de kenmerken van een gebied én de mogelijkheden die de Omgevingswet gaat bieden. Hoe kun je participatie optimaal inzetten bij planvorming?
Geef antwoord op onderstaande vier vragen en definieer de uitgangspunten om samen met alle belanghebbenden een toekomstig beleid op te stellen!
1. Wat wil je bereiken met participatie?
- Het ophalen van verfrissende en/of innovatieve ideeën, of
- het verkrijgen van feedback op voorliggend beleid, of
- het kunnen afvinken van een wettelijke verplichting.
Welke ruimte is er voor initiatieven en hoe flexibel wil je zijn binnen de vastgestelde kaders? Als je ondernemers en burgers mee laat praten, moeten er ook ruimte zijn voor hun ideeën. Stel daarom voordat je een participatieproces ingaat, duidelijk vast wat je van hen wilt weten en communiceer waarover ze kunnen meepraten. Zo creëer je een zo groot mogelijk draagvlak.
2. Sluit je aan op de doelgroep?
Elk gebied met haar inwoners en ondernemers heeft een specifieke benadering nodig. Planologisch gezien zijn er grote verschillen tussen stedelijk en agrarisch gebied, bedrijventerreinen en natuurgebieden, et cetera. Per gebied zijn er vaak ook grote verschillen in bijvoorbeeld opleidingsniveau, inkomen, achtergrond, leeftijd en taal.
Bepaal dus:
- via welke kanalen je (succesvol) communiceert. Gebruik je bijvoorbeeld sociale media?
- Welke vorm van participatie je kiest (zoals inloopbijeenkomsten, ontwerpateliers, panels, enquêtes);
- hoe je inhoudelijk contact zoekt met de belanghebbenden (taalgebruik, toonzetting en het ontsluiten van informatie).
3. Hoe houd je alle belanghebbenden betrokken?
Koppel regelmatig de voortgang van gemaakte afspraken terug, bij voorkeur persoonlijk en in begrijpelijke taal. Informeer de betrokkenen onder meer over:
- de afwegingen en keuzes die worden gemaakt;
- het vervolg van de procedure;
- de uitgangspunten en doelstellingen van de regels;
Zo voorkom je herhaling van zetten en is het voor iedereen duidelijk waar men op dat moment staat. Wees daarbij voorzichtig met belangenbehartigers. Weet wat hun draagvlak en belang is.
4. Zijn de juiste personen betrokken bij het proces?
Tot slot de vraag: benut je de kwaliteiten van je medewerkers optimaal? Elk gebied vraagt om een specifieke benadering en dus ook om specifieke kwaliteiten van je medewerkers. Zoek de personen die het beste passen bij de gekozen participatievorm, van binnen of buiten je organisatie. Mensen met (de juiste) kennis van zaken én affiniteit met de omgeving en haar bewoners en ondernemers. Zet in op omgevingsmanagement om de wensen en doelstellingen vanuit (lokale) economie, leefbaarheid en stedenbouw bij elkaar te brengen.
Al met al, van rustig achterover leunen is geen sprake. Een evaluatie van de verkiezingen kan al een mooi beeld geven waar je als gemeente staat. Zijn inwoners en ondernemers voldoende betrokken bij en geïnformeerd over de keuzes die ze konden maken? Hebben zij gestemd omdat het 'moet' of omdat zij daadwerkelijk het gevoel hebben dat er naar hen wordt geluisterd? Ik ben erg benieuwd naar mogelijke bevindingen en hoe verschillende gemeenten het participatieproces de komende tijd verder gaan oppakken. Hoe kijk jij aan tegen dit proces?
Geschreven door: Robrecht van Eldik