Slechte financiële positie gemeenten
zaterdag 30 januari 2021'De financiële positie van gemeenten was al nooit goed, maar is door de coronacrisis nog meer verslechterd'. Dit statement van minister Ollongren van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vat in één zin de financiële positie van gemeenten in deze tijd van COVID-19 samen.
De uitgangspositie van de gemeentefinanciën was namelijk al niet goed sinds het gemeentelijke takenpakket in 2015 werd uitgebreid met de WMO, Werk & Inkomen en Jeugdzorg. De uitbreiding ging gepaard met forse kortingen. De trap-op-trap-af systematiek van het accres draagt bij aan de onzekerheid van de gemeentelijke exploitatie en voor sommigen betekent ook de lage rente of het niet meer ontvangen van dividenden als gevolg van de verkoop van deelnemingen, dat het structureel, reëel en meerjarig sluitend houden van de exploitatie lastiger wordt. Als gevolg hiervan zijn de financiële ratio’s en reserves van veel gemeenten in de loop der tijd verslechterd en de investeringen teruggeschroefd.
Coronapandemie
En toen kwam Covid-19. Voor de gehele publieke sector is een belangrijke taak weggelegd in de uitvoering van het overheidsbeleid ten aanzien van de coronapandemie. Gemeenten zijn onder andere verantwoordelijk voor de uitvoering van de Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers). Gemeenschappelijke regelingen of provincies voor het in stand houden van het openbaar vervoer (lokaal, regionaal en interregionaal). Dan is er natuurlijk nog de belangrijke rol van de Gemeentelijke gezondheidsdiensten (GGD), de Intergemeentelijke sociale diensten (ISD) en de Veiligheidsregio’s. Allen hebben zij volop te maken met de gevolgen van de pandemie.
Waar provincies en gemeenschappelijke regelingen er, ondanks hun eigen operationele uitdagingen, financieel goed voorstaan (bij gemeenschappelijke regelingen niet in de laatste plaats door de gemeentelijke achtervang), is de financiële impact voor gemeenten een stuk groter.
Financieel worden gemeenten getroffen door een daling van de inkomsten uit parkeergelden, toeristenbelasting en huurinkomsten in combinatie met hogere uitgaven voor WW, schuldsanering, zorginstellingen, openbaar vervoer en culturele en sportorganisaties. Zonder afdoende compensatie verwacht 87% van de gemeenten matige tot aanzienlijke financiële problemen die naar verwachting zullen leiden tot bezuinigingen en hogere (vastgoed) belastingen (bron: Eén vandaag/VNG).
87% van de gemeenten verwacht
matige tot aanzienlijke financiële problemen zonder afdoende compensatie
Ook niet-financieel raakt de pandemie gemeenten, en fors ook. Operationeel gezien bestond er bij de meeste gemeenten al een hoge werkdruk sinds de doordecentralisatie van Jeugdzorg, WMO en het implementeren van de Omgevingswet. Deze wordt nu verzwaard wordt door het uitvoeren van Tozo, het ondersteunen van noodlijdende niet-commerciële organisaties en toegenomen handling in de uitvoering van de bijstandswet en schuldhulp. Ook wordt de continuïteit van de (WMO en Jeugdzorg) zorgaanbieders in gevaar gebracht als gemeenten niet anders kunnen dan korten op de tarieven.
Natuurlijk komt de rijksoverheid ook de gemeenten te hulp. Forse steunpakketten worden nu ingezet. Al snel werd een steunpakket in de vorm van een voorschot van EUR 566 miljoen ingezet. Eind augustus is aan hier een tweede steunpakket aan toegevoegd van €777 miljoen. Dit heeft ertoe geleid dat de liquiditeitsdruk gedempt werd. Inmiddels zijn hier per kamerbrief van afgelopen december nog bedragen aan toegevoegd en is een doorkijk gegeven hoe in 2021 omgegaan wordt met financiële steun vanuit het Rijk.
Niettemin blijft de financiële situatie van de gemeenten precair. Zo ziet ook accountantsorganisatie BDO steeds meer gemeenten worstelen met hun financiën. BDO onderzoekt elk jaar de begrotingen van alle 355 Nederlandse gemeenten. De conclusies zijn verontrustend. Dit jaar dreigen vier van de vijf gemeenten met een tekort op de begroting te moeten werken, waar dit er in 2019 nog maar twee op de drie waren. Het gezamenlijk tekort loopt daarbij op naar €1,3 miljard, tegen €747 miljoen 2019 en slechts €130 miljoen in 2018. Ook Binnenlands Bestuur, het vakblad voor de publieke sector, kwam tot vergelijkbare conclusies.
Het wordt steeds moeilijker om de begroting rond te krijgen of structureel geld vrij te maken voor basisvoorzieningen als jeugdzorg of langdurige zorg zonder afdoende compensatie
Dat niet meer gemeenten komend jaar onder financiële curatele staan, geeft een vertekend beeld van de daadwerkelijke situatie. Het wordt steeds moeilijker om de begroting rond te krijgen of structureel geld vrij te maken voor basisvoorzieningen als jeugdzorg of langdurige zorg. Andere voorzieningen zoals groen of het lokale zwembad of bibliotheek komen hierdoor in het gedrang. En dan zijn de investeringen voor het klimaatbestendig maken van onze samenleving nog niet eens in volle gang.
Het is duidelijk dat er een structurele oplossing gevonden moet worden voor de nijpende lokale overheidstekorten. Anders is het huidige voorzieningenniveau niet langer houdbaar. Daarbij is het van belang dat de aandacht niet alleen uitgaat naar de financiële situatie van de gemeenten; er zal ook voor moeten worden gezorgd dat gemeenten in staat blijven om de goed functionerende organisaties te zijn waar Nederland behoefte aan heeft.